Van luisteren naar muzikaal creëren
Auteur: Loes Bruyninckx (Musica Impulscentrum)
Dit artikel werd gepubliceerd in het tijdschrift Kleuters & ik, jg 39 nr. 3.
“Juf, luister eens. Dat is Bas. Hij huppelt steeds door de gang voor hij de klas binnen komt.
“Goed gehoord Sofie!”
“En daar komt juf An. Ik hoor haar hakken op de vloer.”
Luisteren kan de start zijn van musiceren en ook de aanleiding om te gaan creëren. Bewust luisteren vraagt aandacht en… stilte bij jezelf. Vanuit die stilte kan je beginnen waarnemen. Hoe klinkt het als ik door de bladeren wandel? Hoe klinkt mijn brooddoos als ik ze open? Hoe klinkt de stem van mijn juf en die van juf An? Kleine verschillen in klankkleur worden opgemerkt en geven mee vorm aan het rijke klankenpalet dat de wereld bezit.
In Musica’s werking focussen we bij het musiceren met jonge kinderen niet enkel op parameters als ritme, melodie of maat, maar komen heel andere, overkoepelende aspecten naar boven. Luisteren, expressiviteit en creatie zijn er enkelen van. Beschouw ze als een mozaïek: elk aspect is steeds aanwezig, maar niet altijd even prominent. Muzikale parameters maken hier ook onderdeel van uit. Ze zijn de puzzelstukjes binnen het grotere geheel.
Luisteren met aandacht
Bij het musiceren met jonge kinderen focussen we op de eigenheid van elk geluid. Aanvankelijk hoor je misschien enkel het verschil tussen luide en zachte klanken, maar wie met meer aandacht luistert begint ook andere aspecten te horen.
Neem een grote plastic fles. Welke verschillende klanken kan je hieruit toveren? Raspend over de ribbels, wrijvend over het dopje, knijpend in de fles,… Geef kleuters de vrijheid en de tijd om even op onderzoek te gaan. Ze vinden vast heel wat klanken waaraan je zelf nog niet hebt gedacht.
In een volgende fase kan je proberen de klanken samen te benoemen: Dit geluid klinkt als een klok, het klinkt als een miertje dat over de stenen loopt of het klinkt als een voetstap in de verse sneeuw. Laat de fantasie de vrije loop en zoek naar een passende verwoording voor elke klank. Werk ook eens andersom. Toon een prent of een videofragment van een bewegend voorwerp (zonder geluid). Laat de kleuters een passende klank zoeken.
Ga op geluidenontdekkingstocht door de klas. Luister naar de radiator, de kast, een druppende kraan of water dat uitgegoten wordt in de wasbak. Zachte geluiden zijn spannend om samen te ontdekken. Vaak heb je ze nog nooit eerder zo bewust gehoord. Een voorwaarde om goed te kunnen luisteren is dat je vertrekt vanuit stilte. Zachte klanken kan je maar bewust horen als er weinig omgevingsgeluid is. Wees geduldig met jonge kinderen. Volledige stilte betekent voor een jong kind iets anders dan voor een volwassene. Kinderen worden er steeds beter in om stilte te vinden en te bewaken, maar de ene dag is uiteraard de andere niet.
Wil je nog dieper duiken in de wereld van de zachte klanken? Probeer dan een oude stethoscoop te bemachtigen. Met zo’n hulpmiddel wanen kleuters zich echte geluidendetectives!
Luisterspel:
Blinddoek één kind. Laat een tweede kind zich voordoen als iemand anders. Bijvoorbeeld, Lena zegt: ‘Hallo, ik ben Ella-Marie. Ik speel graag buiten in de zandbak.’ Kan het geblinddoekte kind raden wie er sprak? Klankkleur, intonatie en spreektempo bepalen immers iemands typische stemgeluid.
Wie af en toe aandachtig luistert, wordt zich meer bewust van mogelijk storende geluiden: het gezoem van een beamer, de radio die non-stop speelt zonder dat iemand luistert, een raam dat open en toe slaat, …
Ons brein neemt al deze geluiden op. Als volwassenen kunnen we ze wat makkelijker klasseren als ‘achtergrondgeluid’, maar toch sluimeren zij door. (A. Jha — 2021) Word je erdoor geagiteerd, of kan je je niet meer zo goed concentreren, schakel dan alle storende geluiden letterlijk uit, en haal even diep adem. Heel jonge kinderen echter kunnen zulke geluiden nog niet onderdrukken zoals wij volwassenen. Ze worden allemaal op hetzelfde niveau opgenomen. Wanneer de meester een verhaal vertelt en de tuinman op hetzelfde moment de heg snoeit, maakt dat kinderen vaak onrustig. Ze zijn sneller afgeleid, worden in sommige gevallen net heel stil of gaan deze geluiden zelf overstemmen.
De akoestiek in de klas speelt een niet te onderschatten rol. Een lokaal met veel galm leidt haast onvermijdelijk tot meer drukte en overprikkelde kinderen. Een ruimte met droge akoestiek resulteert in een rustigere, aangenamere sfeer.
Luisteren naar akoestiek:
Zing na een teken samen één klinker. Geeft de ruimte de klank terug? Doe dit ook eens op de speelplaats, in de hal, bij de toiletten,… Zing daarna samen met de kinderen een volledig lied in deze verschillende locaties. Waarom klinkt het telkens anders? Door deze oefening te doen worden leerkracht en kleuters zich meer bewust van de verschillen in akoestische omgevingen.
Vroegste muzikaliteit
Muzikale ontwikkeling start niet in de kleuterklas, maar begint al voor de geboorte. Vanaf 6 maanden zwangerschap is het gehoor volledig ontwikkeld bij de baby. Alle geluiden worden opgevangen en door het brein van het ongeboren kind verwerkt. Volgens audioloog Bart Vinck houdt de buikwand amper geluid tegen. Daarom loopt zelfs een ongeboren baby al risico op gehoorschade. Denk aan het bijwonen van een rockconcert tijdens de zwangerschap of het geluid van een grasmaaier. Na de geboorte is de baby heel alert voor klank en muziek. De vroegste interacties tussen ouder en kind bevatten zelfs al de eerste elementen van muzikaliteit.
Verzorgers kopiëren vaak comfortgeluiden, smakgeluiden of zelf huiltjes van de baby. Zo laten ze onbewust aan het kind weten: ‘Ik begrijp jou.’ Na enkele weken probeert de verzorger contact te maken door tegen de baby te gaan ‘praten’. Dit praten gebeurt vaak in nonsenstaal, met veel mimiek, een rijke intonatie en ritmisch spel. Later ontstaan speelse dialogen die zich ontwikkelen in een ‘foutvrije’ zone. Het gaat niet om wat goed of fout is, welke klanken je wel of niet mag maken. Het gaat over connectie, het plezier en het gevoel van ‘Ik wordt begrepen, ik hoor erbij’.
Na een maand of vijf reageren baby’s al brabbelend en ontdekken zo hun stem. Ze experimenteren met ritmische (be, be, be, be,…) en melodische brabbels waarbij ze de intonatie van hun stem verkennen. Vanuit het non-verbale brabbelen ontstaat veel later de taalontwikkeling. Je zou kunnen stellen dat taal en muziek zich van elkaar afsplitsen en vanaf dan elk een eigen ontwikkeling doormaken.
Onbewust kunnen in deze allereerste interacties al muzikale basisprincipes aanwezig zijn. Wat we vaak herkennen is herhaling, variatie en contrast waaruit een spel met verrassingen kan ontstaan. (E. Dissanayake, 2001) Het zijn net deze principes waarmee componisten voortdurend spelen.
Ik stipte reeds aan dat baby’s al vanaf de geboorte blijk geven van een grote interesse in muziek. Niet verwonderlijk dat zij graag in muzikale interactie gaan met hun verzorgers. De mate waarin zij zich muzikaal ontwikkelen hangt voor een groot deel af van de omgeving waarin ze opgroeien. Groeit de baby op in een gezin waar regelmatig gezongen of gemusiceerd wordt? Wat gebeurt er in de crèche met muziek? En hoe wordt het kind in de kleuterklas gestimuleerd tot muzikale actie? Je begrijpt wel dat verschillen in muzikale ontwikkeling al groot kunnen zijn bij 3 tot 5-jarigen.
Expressiviteit in muzikaal spel
Seppe speelt met zijn auto in de klas: ‘Vroeeeeeem, vroem vroem.’
Juf gaat met overdreven intonatie mee in zijn spel: ‘Vroem, vroem vroem vroem vroem’.
Seppe begrijpt meteen haar intentie, kijkt op en zegt vragend: ‘Vroeeeeeeeem, vroem vroem vroem vroem?’
Juf klinkt bevestigend: ‘Vroeeeem, vroem!’
Muzikale interacties ontstaan vaak vanzelf en hoeven niet altijd een aparte activiteit te zijn. In het spontane spel van kleuters zitten zoveel elementen om muzikaal mee te spelen. Zoals in het voorbeeld hierboven kan je zonder verdere uitleg meeduiken in de fantasie van het kind en samen exploreren, experimenteren en musiceren met klanken. Muzikale duo-gesprekjes zorgen voor veel plezier, verbondenheid en geborgenheid. Gebruik bewust geen woorden. Die zijn op dat moment slechts overbodige ballast. Zet daarentegen volop in op muzikale expressie, en speel met intonatie, ritme, dynamiek of tempo. Kleuters vinden zoiets heel fijn en speels. Zij zijn wellicht verrast dat hun juf of meester op een wat andere manier connectie met hen zoekt. Het principe van ‘turn taking’ is hier volledig op zijn plaats. Een muzikale communicatie die gebaseerd is op het vraag-antwoord-principe en zijn oorsprong heeft in de eerste communicatie tussen ouder en kind.
Spelen met expressie:
Geef alle kleuters een sokpop aan hun hand. Door de duim tegenover de andere vingers te bewegen ontstaat er een mond in de pop. Start een imitatiespel waarbij telkens één sokpop een klank maakt, gekoppeld aan een beweging. De andere kleuters doen dit na met hun sokpop. Stimuleer een grote diversiteit aan klanken.
In een volgende fase laat je jouw sokpop een vraag stellen aan één kleuter. Gebruik enkel klanken met rijke intonatie en veel expressiviteit, geen bestaande woorden. Geef ruimte en tijd aan de kleuter om een antwoord geven. Hierop reageer jij opnieuw en voor je’t weet gaat er een rijke communicatie heen en weer. Leg een specifieke emotie in je stem, alsof je een beetje verlegen, bang of net heel enthousiast bent. Ondersteun de bewegingen van de sokpop met overdreven eigen mimiek en een rijke intonatie om je boodschap over te brengen.
Telkens antwoorden de kleuters, elk op hun manier. Observeer de kinderen aandachtig en pik een interessant element uit hun communicatie, verwerk dat weer in je vraag. Zo bouw je een evenwaardige communicatie op. Precies zoals mama’s en andere verzorgers dat doen wanneer zij een baby imiteren, geef je de kleuter de impliciete boodschap: “Ik begrijp jou. Jij hoort erbij.”
Als tweede stap zet je de kleuters in duo’s. Laat ze per twee een gesprek opbouwen. Iemand stelt de vragen, de andere geeft antwoorden. Daarna wisselen ze van rol. Laat eerst alle duo’s tegelijk de opdracht uitvoeren, daarna duo na duo. De andere kleuters worden zo observator en beleven veel plezier aan de diversiteit in communicatie bij hun vriendjes.
Muzikaal creëren
In de klas staan heel wat blikken potten op het rek: grote, kleine, dikke en smalle. Bas neemt ze van het rek en zet ze op een rij op de grond. Hij neemt een potlood en tikt op elke pot. Ze hebben allemaal een andere klank. Bas probeert enkele combinaties van klanken uit en schikt de potten in voor hem de beste volgorde. Hij begint te spelen met twee potloden als trommelstokken. Hij bedenkt een patroon dat hij steeds laat terugkomen, speelt met luid en zacht en zoekt naar verschillende speelwijzen. Na een tijdje varieert Bas zijn patroon en voor hij het weet heeft hij zijn eigen muziekstuk bedacht. Enkele kinderen zijn erbij komen zitten. Zij luisteren gefascineerd naar zijn klankenspel.
Creëren is het liefste wat een kleuter doet. Zelf muziek maken hoort daar uiteraard ook bij. Stel je verwachtingen echter nog niet te hoog. Ik maak even de vergelijking met creëren in beeldend werk. Iedereen is vertrouwd met de evolutie die een kleuter doormaakt bij het tekenen van een mens. Het start allemaal met enkele krabbels. later evolueert dit tot het tekenen van een cirkel, daarna krijgt de cirkel twee benen, twee armen, ogen en een mond, nog later komen er meer details zoals een neus, vingers of zelfs een buik mét een navel. Deze ontwikkeling blijft zich doorzetten tot het kind een waarheidsgetrouwe mens kan tekenen. Later worden zelfs fantasie-elementen toegevoegd zoals een jurk met bloemenmotief of een coole hoed.
Bij het creëren in muziek speelt zich een gelijkaardige ontwikkeling af van een wat vormeloos of eerder toevallig geheel naar duidelijkere contouren. Er worden steeds meer details toegevoegd. Als je een kleuter vraagt om spannende muziek te spelen, zal hij dit wellicht eerst heel klankmatig aanpakken, met de nadruk op algemene sfeer, maar zonder duidelijk ritme, metrum of toonhoogte. De nadruk ligt eerder op klankkleur en dynamiek. Hoe meer ervaring met muziek een kleuter heeft opgebouwd, hoe groter de verschillen worden in intonatie, ritme en klankcombinaties. Nog later zal hij duidelijke ritmische patronen beginnen maken in een herkenbaar metrum. Tenslotte kan hij spelen met alle muzikale parameters binnen een bepaalde context en structuur. Deze laatste fase speelt zich niet meer af in de kleutertijd maar wel bij lagere school kinderen.
Algemeen kan je stellen dat het kind vanuit een globale aanpak evolueert naar een meer specifieke aanpak met steeds meer aandacht voor detail en verfijning.
Creëren met potten en pannen, voorbeeld van muzikale ontwikkeling bij het kind:
Op 3 jaar: vanuit de grove motoriek, spelen met snelle, luide klanken, afwisselen tussen stilte en klank
Op 4 jaar: vanuit grove motoriek met meer aandacht voor andere speelwijzen, bedenken van een kort patroon en dit steeds herhalen, variëren in tempo
Op 5 jaar: zowel grove als fijne motoriek worden gebruikt bij het spelen doordat er meer aandacht komt voor andere klanken en fantasie elementen, bedenken van langere patronen, spelen met intonatie door de potten te veranderen van plaats, bedenken van een ‘einde’ voor hun muziekstuk
Uiteraard is elk kind anders en zal de muzikale ontwikkeling bij de ene sneller verlopen en bij de andere net trager. Kijk als leerkracht met een open mind naar wat de kinderen bedenken. Dit kan anders zijn dan je eigen verwachtingspatroon en dat maakt het net zo leuk.
Creëren met kleuters is heel waardevol en bovendien ook voor jezelf heel plezierig. Bouw verder op wat de kinderen kunnen en probeer ze van daaruit verder te krijgen in hun muzikale ontwikkeling. Stel je doelen niet buiten bereik. Dit zorgt niet alleen voor veel onzekerheid bij de kinderen, maar ook bij jezelf. Muziek maken moet leiden tot gedeeld plezier en niet het gevoel geven van ‘ik kan het niet’.
Elke gebeurtenis of voorwerp kan aanleiding geven om te creëren met klanken en muziek. Maak bijvoorbeeld een muziekstuk met herfstmateriaal. Of kies voor vrolijke muziek omdat iemand een broertje of zusje gekregen heeft. Onderzoek met de kleuters welke verschillende klanken schoenen kunnen maken en creëer samen een schoenenorkest.
Creatiespel:
hEAR DROPS: ‘Dung Deng Dang Dong Ding’
Muziek versus taal en rekenen
Muziek werkt verbindend. Denk maar even terug aan de allereerste interacties tussen ouder en kind, en hoe non-verbale dialogen er hun onderlinge band versterken. Op een ander niveau, bijvoorbeeld in een klascontext, versterkt muziek de groepsdynamiek. Kinderen en leerkracht geraken goed op elkaar afgestemd en voelen elkaar steeds beter aan.
Zo toont onderzoek aan dat kinderen die meer muzikale input hebben gehad in hun eerste levensjaren, sneller groeien in hun taalontwikkeling. (S. Koelsch, 2016)
Door gebruik te maken van eenvoudige muzikale structuren werk je spelenderwijs aan wiskunde zoals het tellen van klanken of het onthouden van een patroon. Bijvoorbeeld: ‘Hoeveel keer speelt Lize dezelfde klank?’ vraagt meester. Lize speelt, de kleuters tellen. ‘Als Tim, na Lize, nog twee van deze klanken maakt, hoeveel horen we er dan allemaal samen na elkaar?’ Lize en Tim spelen hun klanken, de andere kleuters tellen en maken de som.
Wie veel musiceert traint op een speelse en plezierige manier zijn geheugen, focus, aandachtsspanne en attitude. Allemaal eigenschappen die evenzeer belangrijk zijn bij andere schoolse activiteiten.
Door een muzikale, zintuiglijke aanpak te integreren in de lessen, versterken muzische vakken de algemene vakken en omgekeerd. Dit onderzoeken we bij Musica met het Erasmus+ project SenseSquared. Vijf scholen, vier kunstorganisaties en de universiteiten van Maastricht en Stavanger buigen zich over volgende onderzoeksvraag: Hoe kan een zintuiglijke benadering en een artistieke houding bijdragen aan een onderwijs dat leidt tot een meer verbonden en duurzame wereld?
Via artistieke interventies, workshops, tools en publicaties wil SenseSquared aantonen dat deze benadering het hart van alle onderwijs kan en moet worden.
Dit driejarig project loopt af in 2024. Wie graag op de hoogte blijft kan alle vorderingen volgen op de website: https://sensesquared.eu.
In Musica’s werking staat samen muziek ervaren en beleven voorop, zowel kinderen als volwassenen nemen evenwaardig deel. Jonge kinderen staan open voor de meest diverse muzikale ervaringen, zolang zij maar zelf kunnen participeren.
In dit artikel maakte je kennis met enkele belangrijke aspecten uit Musica’s werking: luisteren, expressie en creatie. Wil je graag meer weten over Musica’s aanpak, vraag dan een nascholing aan op jouw school of schrijf je in bij een volgend vormingstraject van Babelut Route.